De beginjaren: Maya's en cacao als geneesmiddel
In de 4de eeuw werd chocola al als geneesmiddel gebruikt. De Maya’s begonnen toen met het kweken van de cacaoboom en zagen cacao als een krachtig middel. De tovenaars van de Maya’s – die ook als priesters en dokters fungeerden – schreven cacao voor als een opwekkend middel dat energie gaf en als een rustgevende balsem vanwege de cacaoboter. Ze maakten er een chocoladedrank van, vaak op smaak gebracht met vanille, chilipeper en piment. Krijgers dronken deze drank als energiedrank, vergelijkbaar met een hedendaagse "energiedrank". Vermoeidheid werd waarschijnlijk bestreden door de cafeïne in cacao, en cacaoboter werd ook op wonden gesmeerd voor herstel.
Azteken en hun rituele toepassingen
Later, toen de Azteken cacao overnamen, werd het ook ingezet tegen kwalen zoals diarree. Ze maakten een drank van cacao gemengd met gemalen opgegraven botten van hun voorouders (een ritueel gebruik) om bescherming te bieden tegen ziekte. Een reiziger uit die tijd beschreef dat de Azteken chocolade in pasta vormden en vonden dat het goed was voor de maag en hielp tegen verkoudheid.
Chocolade in Europa: 16e eeuw en de Spaanse geneeskunde
In de 16de eeuw arriveerde chocolade in Europa, waar de geneeskunde nog in zijn kinderschoenen stond. Theorieën over gezondheid draaiden om 'warme' en 'koude' energieën die het lichaam in balans moesten houden. Toen de Spanjaarden chocolade ontdekten in Peru en Mexico, gebruikten zij cacao in lijn met deze balansideeën. Ze maakten er hete chocolademelk van, gekruid met peper, en waren verbaasd dat de Azteken het koud dronken.
17e eeuw: Wetenschappers en de ontdekking van geneeskrachtige eigenschappen
In de 17de eeuw keurde een groeiend aantal plantkundigen en medici chocolade goed vanwege de geneeskrachtige stoffen die erin zaten. De Engelse hoofdarts Henry Stubbe bezocht India om de effecten van chocolade te onderzoeken en noemde het na terugkomst "hemels." Stephani Blancardi, een andere arts, schreef dat chocolade niet alleen lekker smaakte maar ook goed was voor de mondgezondheid, waardoor iedereen die warme chocolademelk dronk een frisse adem kreeg. In Frankrijk werd in 1661 warme chocolademelk zoals door de Spanjaarden gedronken, goedgekeurd als voedzame drank voor mensen die zware inspanning leverden.
Twijfels en nadelen: kritiek in de 18e eeuw
Niet iedereen was even enthousiast over chocolade. In de 18de eeuw uitte een arts aan het Toscaanse hof zijn bedenkingen: hij vond het gebruik van hete kruiden bij chocolade vreemd en waarschuwde voor mogelijke nadelen, zoals slapeloosheid, eindeloos gebabbel en hyperactiviteit bij kinderen.
Chocolade als wereldwijd erkend middel rond 1800
Rond 1800 werd chocolade in de medische wereld wereldwijd erkend als een middel dat in ziekenhuizen werd gebruikt. Hoewel chocolade vandaag de dag niet meer als echt geneesmiddel geldt, erkent men nog steeds dat het energie geeft, en cacaoboter wordt nog steeds gewaardeerd om zijn verzachtende werking op de huid.
Chocolade vandaag: energie en vreugde
Hoewel chocolade tegenwoordig niet als geneeskrachtig medicijn wordt gezien, weten we dat het eten ervan energie geeft en vaak een goed gevoel bevordert. Cacaoboter heeft nog steeds een verzachtende werking, maar chocolade is nu vooral een geliefde traktatie en geen geneesmiddel meer.